Examples of using "лучше»" in a sentence and their dutch translations:
Welke is beter?
Het is beter.
Tom is beter.
- Het is beter als je weggaat.
- Je kan maar beter gaan.
Het is beter.
Je kan maar beter gaan.
Dat is beter.
- Je voelt je al beter, niet?
- U voelt zich al beter, niet?
U zult zich beter voelen.
- Gaat het u beter vandaag?
- Voelen jullie je beter vandaag?
Je bent beter geworden.
- Je bent beter dan ik.
- U bent beter dan ik.
- Jullie zijn beter dan ik.
We speelden beter.
We kunnen beter gaan.
Voelen jullie je beter vandaag?
Rood is beter.
Is dat beter?
Het is beter geworden.
Ik ben beter.
Des te beter!
Ik voel me veel beter.
Je kan denk ik maar beter gaan.
- Je kunt beter niet naar.
- U doet er best aan niet te gaan.
U zult zich beter voelen.
Beter een half ei dan een lege dop.
Is dat niet beter?
Wij zijn beter dan zij.
Ik ben beter dan hij.
U kunt maar beter weggaan.
- Uw fiets is beter dan de mijne.
- Jouw fiets is beter dan de mijne.
- Haar fiets is beter dan de mijne.
- Uw fiets is beter dan de mijne.
- Haar fiets is beter dan die van mij.
Het is beter als je niet weggaat.
Haar fiets is beter dan de mijne.
Ik voel me veel beter.
- Voelt ge u beter vandaag?
- Voel je je beter vandaag?
- Je ziet er vandaag beter uit.
- Jullie zien er vandaag beter uit.
Uw fiets is beter dan de mijne.
- Beter laat dan nooit.
- Liever laat dan nooit!
Ik voel me beter vandaag.
ging ik me beter voelen.
gezondheid beter dan ziekte,
overvloed beter dan armoede,
Ze kan beter gaan.
"Dat is veel beter!"
Je kunt beter een regenjas aantrekken.
Welk boek is beter?
Je kunt maar beter een tijdje gaan slapen.
U kunt maar beter weggaan.
Vrede is beter dan oorlog.
- Beter een half ei dan een lege dop.
- Iets is beter dan niets.
- Beter iets dan niets.
Het is verbeterd.
De kat is veel beter!
Ik ben al verbeterd.
Soms is het beter om te zwijgen.
Het gaat beter met Tom vandaag.
We kunnen beter gaan.
Zij is beter dan wij.
Deze is mooier.
Doe het zoals het je het beste lijkt.
Tom is beter dan Maria.
"Hoe voel je je?" "Beter."
Dat kan beter!
Volwassen is beter.
Volwassen is beter.
Dat kan beter!
Dat kan beter!
Vandaag voel ik me veel beter.
Uw pen is beter dan de mijne.
Ze zingt mooier dan gewoonlijk.
Je zou beter stoppen met roken.
Haar fiets is beter dan de mijne.
Dit hotel is beter dan dat andere.
Het eten in de gevangenis was beter.
Uw ploeg is beter dan de onze.
Jouw fiets is beter dan de mijne.