Examples of using "ключа" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb de sleutel niet.
Heb jij mijn sleutel gezien?
- Hij zocht in de kamer naar de verloren sleutel.
- Hij doorzocht de kamer naar de verloren sleutel.
We zullen de deur niet zonder sleutel kunnen openen.
Hebt u een reservesleutel?