Examples of using "живы" in a sentence and their dutch translations:
Beiden leven.
- Ze leven allebei.
- Beiden leven.
- Ze zijn beiden in leven.
Ze zijn in leven.
Iedereen is in leven.
Zijn ze in leven?
Alle honden zijn levend.
Ze leven allebei.
U leeft nog.
Zij leven nog.
Leven ze allemaal?
Beide ouders leven nog.
Bijna alle honden zijn levend.
Beide broers zijn nog in leven.
Allebei mijn ouders leven nog.
- We boffen dat we nog leven.
- We hebben geluk dat we nog leven.
U leeft nog.
Ik wist dat je leefde.