Examples of using "женишься" in a sentence and their dutch translations:
- Wanneer gaan jullie twee trouwen?
- Wanneer ga je trouwen?
Wil je met me trouwen?
Waarom zou men met een vrouw trouwen als men van mannen houdt?
Wanneer gaan jullie twee trouwen?
Wil je met me trouwen?
Je zei dat je met me zou trouwen.