Examples of using "говорили" in a sentence and their dutch translations:
al hebben gehad.
Ze zeiden:
De Romeinen spraken Latijn.
Dat hadden ze niet gezegd.
En ze zeiden:
Ze hebben even gepraat.
Waar spraken ze over?
Zij spraken over politiek.
Ze spraken over liefde.
- We hebben over jongens gesproken.
- We spraken over jongens.
- We hadden het over Australië.
- We praatten over Australië.
De Romeinen spraken Latijn.
Ze spraken Frans.
Ze spraken over zaken.
De Romeinen spraken Latijn.
Denk aan wat we gisteren besproken hebben.
Men heeft mij gezegd dat Tom hier zou zijn.
De Azteken spraken Nahuatl.
Ze spraken geen Frans.
Hebben jullie weer over mij gepraat?
Heeft u het haar nog niet verteld?
Hebben jullie iets tegen hem gezegd?
Mijn hele leven lang is mij verteld
Waar hadden jullie het over?
We praatten over poëzie en literatuur.
- Vertelde je de waarheid?
- Was je de waarheid aan het vertellen?
Waar hadden Tom en Mary het over?
Wat hebben ze gezegd?
- Heeft u over mij gesproken?
- Heb je over mij gesproken?
Waar hebben jullie over gesproken?
Zodra je de tv zou aanzetten, zou alles daarover gaan.
We spraken stilletjes om de baby niet wakker te maken.
Tom en Mary spraken geen Frans.
We spraken onder meer over het weer.
Mijn ouders hebben me verteld dat we respect moeten hebben voor de ouderen.
Iedereen heeft me gezegd bij Tom vandaan te blijven.
Ik weet niet meer waar we het over hadden.
Ik moet weten waarover zij hebben gepraat.
Ik moet weten waarover zij hebben gepraat.
We hoorden dat vrouwelijk het tegenovergestelde is van mannelijk
Ik begreep het niet want ze spraken zachtjes.
Ik heb u nooit zo horen spreken.
Waarom praatte je niet?
- We hebben daar nog niet met Tom over gesproken.
- We hebben daarover nog niet met Tom gesproken.
Dat heb je niet gezegd.
Je zei dat al een uur geleden.
zouden we het nergens anders over hebben.
Ik had gehoord dat hun ogen wit waren en hun haar rood.
"Wie de goden liefhebben, die sterft jong," werd in vroeger dagen gezegd.
We spraken over verschillende onderwerpen.
- We hebben elkaar gisteren gesproken.
- We hebben gisteren gesproken.
Ze gaven zich graag een schouderklopje als ze konden zeggen:
Tom kwam uit een familie waar niet over gevoelens werd gesproken.
Ons is verteld dat we dat niet mogen doen.
Moeders hadden de gewoonte aan hun zonen te zeggen dat ze blind zouden worden als ze masturbeerden.
- Met wie hebt u net gesproken?
- Met wie waren jullie net aan het praten?
- Heb je het hem nog niet verteld?
- Heeft u het hem nog niet verteld?
- Hebben jullie het hem nog niet verteld?
Hebben jullie iets tegen hem gezegd?
Heb je iets tegen haar gezegd?
Je zei dat je met me zou trouwen.
Met wie was je aan het praten?
Ze spraken over cultuur.
Heb je gisteren met je klasgenoten gepraat?
Moeders hadden de gewoonte aan hun zonen te zeggen dat ze blind zouden worden als ze masturbeerden.
Ik dacht dat je zei dat je Tom leuk vond.
Dringende mededeling: een paar honderd jaar geleden spraken de mensen niet zoals wij nu spreken.
Omdat zij Chinees praatten begreep ik niets van wat zij zeiden.
Je zei dat je van hem hield.
Dat heb je eerder niet gezegd.
Heb je iemand verteld wat je echte naam is?
Ik dacht dat je zei dat je vroeger in Boston woonde.
We spraken over koetjes en kalfjes.
Ik wou dat je me dat niet had gezegd.
- Het maakt niet uit wat je zegt, ik zal het op mijn manier doen.
- Het doet er niet toe wat je zegt, ik zal het op mijn manier doen.
Met wie was je aan het telefoneren?
Hoeveel computers zei je dat je had?
Kan je het niet meer herinneren wat je hebt gezegd?
Je zei dat je van Tom hield.
- Weet je nog wat je gezegd hebt?
- Weet u nog wat u gezegd hebt?
Je hebt gezegd dat je de waarheid wilde.
Je zei dat dat belangrijk was.
- Wanneer was het de laatste keer dat je met Tom sprak?
- Wanneer praatte je voor het laatst met Tom?
Ik zal Tom niet vertellen dat jij dat zei.
Heb je ooit met Tom gepraat?
Je zei dat Tom me leuk vond.
Je zei dat je niet wilde gaan.
Ik had die stad nog nooit bezocht, slechter nog, ik kende zelfs geen woord van de taal die daar werd gesproken.
Je zei dat je gelukkig was.
Ik dacht dat je zei dat je van de week in Boston zou zijn.
Wat ge ook zegt, ik zal met haar trouwen.