Translation of "жалею" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "жалею" in a sentence and their dutch translations:

- Я жалею, что пошёл туда.
- Я жалею, что поехал туда.
- Я жалею, что я туда пошёл.

Het spijt mij dat ik ernaartoe geweest ben.

- Я жалею, что это сказал.
- Я жалею, что это сказала.

Het spijt mij dat ik dat gezegd heb.

- Я жалею, что сказал ему это.
- Я жалею, что сказала ему это.

Ik heb er spijt van dat ik dat tegen hem heb gezegd.

Я жалею о своём выборе.

- Ik betreur mijn beslissing.
- Ik heb spijt van mijn keuze.
- Ik betreur mijn keuze.

Я жалею о своём решении.

- Ik betreur mijn beslissing.
- Ik heb spijt van mijn besluit.
- Ik betreur mijn besluit.
- Ik heb spijt van mijn beslissing.

- Я жалею, что не купил тот дом.
- Я жалею, что не купила тот дом.

- Ik heb er spijt van dat huis niet te hebben gekocht.
- Ik betreur het dat huis niet te hebben gekocht.

Я жалею, что купил новый дом.

Het spijt mij dat ik een nieuw huis gekocht heb.

Я жалею, что я туда пошёл.

- Ik heb spijt dat ik daarheen gegaan ben.
- Het spijt mij dat ik ernaartoe geweest ben.

Нет, я ни о чём не жалею.

Neen, ik heb nergens spijt van.

Я нисколько не жалею о том, что сделал.

Ik heb geen spijt van wat ik gedaan heb.