Examples of using "выпил" in a sentence and their dutch translations:
Je hebt gedronken.
Tom dronk zijn koffie.
Tom dronk wat wijn.
Ik dronk een biertje.
Ik dronk wat wijn.
- Tom dronk limonade.
- Tom dronk ranja.
Ik heb de wijn gedronken.
Ik dronk koffie.
Tom dronk wat bier.
Ik dronk een sapje.
- Ik heb wat water gedronken.
- Ik dronk wat water.
Hij dronk bier.
- Hij dronk een glas rode wijn.
- Hij dronk een glaasje rood.
Ik heb al koffie gedronken.
Hij dronk een fles wijn.
Hij dronk een biertje.
Tom heeft te veel gedronken.
Tom dronk een glas wijn.
Hij vergiste zich en dronk vergif.
Ik heb te veel gedronken.
Tom dronk zijn wijn.
Tom dronk een biertje.
Ik heb een liter koffie gedronken.
Tom dronk per ongeluk wat vergif.
Tom had een Moscow Mule.
Tom heeft al drie kopjes koffie gedronken.
- Hij dronk een glas rode wijn.
- Hij dronk een glaasje rood.
Hij dronk een hele fles melk.
Ik zou wat willen drinken.
- Ik zou sinaasappelsap willen hebben.
- Ik had graag appelsiensap.
Je hebt drie koppen koffie gedronken.
Tom dronk een glas sinaasappelsap.
Tom dronk mijn appelsap.
Hij dronk drie flessen bier.
Tom dronk drie flessen bier.
Hij dronk gif en stierf.
John dronk veel flessen wijn.
Hij dronk het bier ad fundum.
Tom heeft al drie kopjes koffie gedronken.
Ik dronk thee.
Hij vergiste zich en dronk vergif.
Tom dronk wat water.
Ik heb water gedronken.
Tom heeft te veel gedronken.
Hij gaf maar zoveel over, als hij gedronken had.
Ik wist niet dat hij zoveel gedronken had.
Ik zou graag sinaasappelsap willen hebben.
Ik heb deze morgen drie kopjes koffie gedronken.
Ik zou heel graag een koud glas bier willen hebben.
Tom dronk wat sinaasappelsap.
Tom had dorst, dus dronk hij een glas water.
Hij dronk een tas thee en vroeg er nog een.
Ik wist niet dat hij zoveel gedronken had.
Ik heb wat melk gedronken en de rest in de koelkast bewaard.
Je hebt drie koppen koffie gedronken.
Ik dronk twee kopjes koffie.
Ik wil iets om te drinken.
Ik zou een koffie willen drinken.
Ik denk dat ik te veel gedronken heb.
Ik heb gister te veel bier gedronken.
Wat heeft ze gedronken?
Ik wil wat water drinken.
- Ik zou graag iets drinken.
- Ik zou graag iets te drinken hebben.
De vorige stoker had iets gedronken dat qua prijs overeenkwam met zijn salaris, en het toverdrankje bracht hem in dat verre buitenland, waar algehele werkeloosheid een synoniem is voor eeuwig geluk.
- Je bent te dronken om te rijden.
- U bent te dronken om te rijden.
- Jullie zijn te dronken om te rijden.