Examples of using "бегает" in a sentence and their dutch translations:
Zij rent.
Hij rent.
Hoe snel loopt hij?
Hij rent erg snel.
Lynn rent snel.
Hij kan snel rennen.
- Zij loopt hard.
- Zij rent snel.
- Zij loopt snel.
- Ze loopt hard.
- Ze rent snel.
- Ze loopt snel.
- Ze is een snelle loopster.
- Zij is een snelle loopster.
Wat loopt Taro snel!
Ze rent sneller dan ik.
Deze hond rent snel.
Mijn hond is snel.
Er loopt een konijn in de tuin.
Hoe snel ze loopt!
Een hond loopt sneller dan een mens.
Deze hond loopt heel snel.
- Wie loopt het snelst, Jumi of Keiko?
- Wie rent er sneller, Yumi of Keiko?
Tom loopt niet zo snel als Bill.
Kumiko rent zo snel als Tom.
Mijn broer loopt even snel als ik.
Ik had niet gedacht dat Tom zo snel kon rennen.
Ik zag de hond van mijn buurman in de tuin lopen.
Niemand van de klas loopt even snel als hij.
Hoewel Jane geen goede hardloopster is, kan ze heel snel zwemmen.
Kumiko rent zo snel als Tom.