Examples of using "Фома" in a sentence and their dutch translations:
Tom is vrachtwagenchauffeur.
- Tom stapte het vliegtuig in.
- Tom ging aan boord van het vliegtuig.
Tom heeft al zijn kogels verbruikt.
Tom verstopt zich onder het bed.
Wat voor soort software gebruikt Tom gewoonlijk?
Tom komt nooit op tijd.
Tom kookt graag voor Maria.
Thomas kookt een ei.
Tom probeerde Maria ertoe te brengen, John te helpen.
Tom kan spreken.
Tom heeft de keuken nog niet schoongemaakt.
Tom deed de kleine lamp op zijn nachtkastje aan.
Tom liegt niet.
Tom moet er om 2:30 zijn.
Tom slaapt in zijn kamer.
Tom spreekt geen woord Frans.