Translation of "самолёт" in Dutch

- Самолёт потерпел крушение.
- Самолёт потерпел катастрофу.
- Самолёт разбился.

Het vliegtuig is neergestort.

- Самолёт не опаздывает?
- Самолёт прилетает вовремя?

Is het vliegtuig op tijd?

- Самолёт на аэродроме.
- Самолёт в аэропорту.

Het vliegtuig is op het vliegveld.

- Самолёт начал приземляться.
- Самолёт стал приземляться.

Het vliegtuig is begonnen met landen.

Самолёт летает.

Het vliegtuig vliegt.

Самолёт готов.

Het vliegtuig is gereed.

Самолёт взлетел.

Het vliegtuig steeg op.

- Самолёт Тома потерпел крушение.
- Самолёт Тома разбился.

Toms vliegtuig stortte neer.

- Самолёт перелетел через гору.
- Самолёт пролетел над горой.

Het vliegtuig vloog over de berg.

Смотри! Самолёт взлетает.

Kijk! Het vliegtuig is aan het opstijgen.

Самолёт вылетел вовремя.

Het vliegtuig vertrok op tijd.

Самолёт взлетел вовремя.

- Het vliegtuig steeg op tijd op.
- Het vliegtuig vertrok op tijd.

Самолёт в аэропорту.

Het vliegtuig is op het vliegveld.

Этот самолёт огромен!

Dat vliegtuig is reusachtig!

Самолёт начал приземляться.

Het vliegtuig is begonnen met landen.

- Наш самолёт летел над облаками.
- Наш самолёт парил над облаками.

Ons vliegtuig vloog boven de wolken.

У нас есть самолёт.

Oké, we hebben een vliegtuig.

Самолёт выполнил безупречную посадку.

Het vliegtuig heeft een perfecte landing gemaakt.

Самолёт полетел на восток.

Het vliegtuig vloog naar het oosten.

Самолёт пролетел над горой.

Het vliegtuig vloog over de berg.

Самолёт повернул на восток.

Het vliegtuig keerde oostwaarts.

Том сел в самолёт.

- Tom stapte het vliegtuig in.
- Tom ging aan boord van het vliegtuig.

Их самолёт скоро улетит.

Hun vliegtuig zal spoedig vertrekken.

Самолёт сел в Токио.

Het straalvliegtuig landde in Tokio.

Когда у меня самолёт?

Hoe laat is mijn vlucht?

- Ты взял билет на самолёт?
- У тебя есть билет на самолёт?

Heb je je vliegtuigbiljet?

- Самолёт опоздал из-за плохой погоды.
- Из-за плохой погоды самолёт опоздал.

Het vliegtuig had vertraging door het slechte weer.

- У вас есть билет на самолёт?
- У тебя есть билет на самолёт?

Heb je je vliegtuigbiljet?

Наш самолёт летел над облаками.

Ons vliegtuig vloog boven de wolken.

Самолёт приземлился в аэропорту Нарита.

- Het vliegtuig landde op de luchthaven van Narita.
- Het vliegtuig landde op het vliegveld in Narita.

Самолёт взлетел в 2:30.

Het vliegtuig vertrok om half drie.

Спроси его, когда следующий самолёт.

Vraag hem wanneer het volgende vliegtuig gaat.

Самолёт вылетает в 17:30.

Het vliegtuig vertrekt om 17.30 uur.

Какой же огромный этот самолёт!

Dat vliegtuig is pas groot!

Самолёт приземлился ровно в 6.

Het vliegtuig landde om zes uur precies.

Самолёт исчез в мгновение ока.

- Het vliegtuig is in een oogwenk verdwenen.
- Het vliegtuig is plotseling verdwenen.

Вам повезло. Самолёт прибыл вовремя.

- U heeft geluk. Het vliegtuig is op tijd.
- Ze hebben geluk. Het vliegtuig is op tijd.

- Во сколько ваш самолет?
- Во сколько у тебя самолёт?
- Во сколько у вас самолёт?

Hoe laat is uw vliegtuig?

Мой самолёт улетает в шесть часов.

Mijn vliegtuig vertrekt om zes uur.

Самолёт опоздал из-за плохой погоды.

Het vliegtuig had vertraging door het slechte weer.

- Я видел самолет.
- Я видела самолёт.

- Ik zag een vliegtuig.
- Ik heb een vliegtuig gezien.

Я не хочу опоздать на самолёт.

Ik wil het vliegtuig niet missen.

Наш самолёт опоздал на тридцать минут.

Onze vlucht was vertraagd met dertig minuten.

Том не хочет опоздать на самолёт.

Tom wil zijn vlucht niet missen.

- Во сколько рейс?
- Во сколько самолёт?

Hoe laat is de vlucht?

- Когда я добрался до аэропорта, самолёт уже улетел.
- Когда я добрался до аэропорта, самолёт уже взлетел.

Het vliegtuig was al weg toen ik op de vlieghaven aankwam.

Наш самолёт взлетел ровно в 18 часов.

Ons vliegtuig vertrok om 18 uur precies.

Из-за тумана самолёт был перенаправлен в Мюнхен.

Het vliegtuig werd wegens mist omgeleid naar München.

Мой самолёт должен был прилететь в четырнадцать тридцать.

Mijn vlucht moest normaal om half drie 's middags aankomen.

- Самолёту пришлось сделать вынужденную посадку.
- Самолёт совершил вынужденную посадку.

Het vliegtuig maakte een noodlanding.

Его самолёт вылетает в Сянган в два часа дня.

Zijn vliegtuig vertrekt om 14.00 uur naar Hong Kong.

- Фома поднялся на борт самолёта.
- Фома сел в самолёт.

- Tom stapte het vliegtuig in.
- Tom ging aan boord van het vliegtuig.

Вы сели на самолёт, летящий рейсом из Парижа в Нью-Йорк.

Je nam een vliegtuig van Parijs naar New York.

- Том не хочет опоздать на свой рейс.
- Том не хочет опоздать на самолёт.

Tom wil zijn vlucht niet missen.

- Во сколько мой рейс?
- Во сколько у меня самолёт?
- Во сколько у меня рейс?

Hoe laat is mijn vlucht?