Translation of "Рождество" in Dutch

- Приближалось Рождество.
- Близилось Рождество.

Kerstmis naderde.

- Приближается Рождество.
- Скоро Рождество.

Kerstmis komt eraan.

Рождество.

Het is Kerstmis.

- Скоро Рождество.
- Скоро будет Рождество.
- Скоро наступит Рождество.

Het is binnenkort kerstmis.

- Рождество без тебя будет не Рождество.
- Рождество без вас будет не Рождество.

- Kerstmis zal niet hetzelfde zijn zonder jou.
- Kerstmis zal niet hetzelfde zijn zonder u.
- Kerstmis zal niet hetzelfde zijn zonder jullie.

- Приближается Рождество.
- Рождество на пороге.

Het is bijna kerst.

- Это не Рождество.
- Сейчас не Рождество.

Het is geen Kerstmis.

- Ты празднуешь Рождество?
- Вы празднуете Рождество?

- Vier je Kerstmis?
- Viert u Kerstmis?
- Vieren jullie Kerstmis?

Завтра Рождество.

Morgen is het Kerstmis.

Это Рождество.

Het is Kerstmis.

Близится Рождество.

- Het is bijna kerst.
- Kerstmis nadert.
- Kerstmis komt eraan.

Наступило Рождество.

Het is Kerstmis.

Ненавижу Рождество.

- Ik haat Kerstmis.
- Ik haat kerst.

Скоро Рождество.

Het is binnenkort kerstmis.

Приближается Рождество.

- Kerstmis nadert.
- Kerstmis komt eraan.

Сегодня Рождество.

Vandaag is het kerst.

Скоро Рождество!

Kerstmis komt eraan!

- Рождество 25 декабря.
- Рождество двадцать пятого декабря.

Kerstmis is op vijfentwintig december.

- Чем ты займешься в Рождество?
- Что делаешь на Рождество?
- Что делаете на Рождество?

- Wat doe je met Kerstmis?
- Wat doet u met Kerstmis?
- Wat doen jullie met Kerstmis?

- Что делаешь на Рождество?
- Что делаете на Рождество?

- Wat doe jij met kerst?
- Wat doen jullie met kerst?

Завтра будет Рождество.

Morgen is het Kerstmis.

Рождество 25 декабря.

Kerstmis is op vijfentwintig december.

Скоро Рождество, верно?

Kerst komt eraan, nietwaar?

Я обожаю Рождество.

- Ik hou van Kerstmis.
- Ik hou van kerst.

Рождество стремительно приближается.

Kerstmis komt er snel aan.

Сегодня не Рождество.

- Vandaag is het geen Kerstmis.
- Het is vandaag geen kerst.

Увидимся на Рождество.

Tot ziens met Kerstmis.

Уже почти Рождество.

Het is bijna kerst.

Хорошо отметил Рождество?

- Heb je een leuke kerst gehad?
- Hebt u een leuke kerst gehad?
- Hebben jullie een leuke kerst gehad?

Рождество - особый праздник.

Kerstmis is een bijzondere feestdag.

Рождество — чудесная пора.

Kerstmis is een prachtige tijd van het jaar.

Рождество - счастливое время.

Kerstmis is een vrolijke tijd.

Том ненавидит Рождество.

Tom haat Kerstmis.

Уже опять Рождество?

Is het alweer Kerstmis?

- Рождество празднуется двадцать пятого декабря.
- Рождество отмечается двадцать пятого декабря.
- Рождество празднуют двадцать пятого декабря.
- Рождество отмечают двадцать пятого декабря.

Kerstmis wordt gevierd op 25 december.

- Мне такой на Рождество подарили.
- Мне такую на Рождество подарили.
- Мне такое на Рождество подарили.

Ik heb er een voor Kerstmis.

- Что ты получил на Рождество?
- Что тебе подарили на Рождество?
- Что вам подарили на Рождество?

- Wat heb je voor Kerstmis gekregen?
- Wat hebt u voor Kerstmis gekregen?
- Wat hebben jullie voor Kerstmis gekregen?

- Какие у тебя планы на Рождество?
- Какие у вас планы на Рождество?
- Какие планы на Рождество?
- Какие у Вас планы на Рождество?

Wat doe jij met kerst?

- Что ты хочешь на Рождество?
- Что вы хотите на Рождество?

- Wat wil je voor Kerstmis?
- Wat wilt u voor Kerstmis?
- Wat willen jullie voor Kerstmis?

- Я никогда не любил Рождество.
- Я никогда не любила Рождество.

Ik heb nooit van Kerstmis gehouden.

- Какие у тебя планы на Рождество?
- Какие планы на Рождество?

Wat doe jij met kerst?

- Куда ты поедешь на Рождество?
- Куда вы поедете на Рождество?

- Waar ga je heen voor Kerstmis?
- Waar gaat u heen voor Kerstmis?
- Waar gaan jullie heen voor Kerstmis?

- Какие у вас планы на Рождество?
- Какие планы на Рождество?

Wat doen jullie met kerst?

Как вы провели Рождество?

- Hoe heb je Kerstmis doorgebracht?
- Hoe hebt u Kerstmis doorgebracht?
- Hoe hebben jullie Kerstmis doorgebracht?

В Европе уже Рождество.

In Europa is het al kerst.

На Рождество школы закрыты.

Scholen zijn gesloten met Kerstmis.

Скоро наступит Рождество, правда?

Kerst komt eraan, nietwaar?

Я очень люблю Рождество.

- Ik hou echt van Kerstmis.
- Ik hou echt van kerst.

Рождество - мой любимый праздник.

- Kerst is mijn favoriete feestdag.
- Kerstmis is mijn favoriete feestdag.

Я всегда любил Рождество.

- Ik heb altijd van Kerstmis gehouden.
- Ik heb altijd van kerst gehouden.

Рождество - волшебное время года.

Kerstmis is een magische tijd van het jaar.

Я не праздную Рождество.

Ik vier geen Kerstmis.

- С кем ты собираешься провести Рождество?
- С кем ты думаешь провести Рождество?
- С кем вы собираетесь провести Рождество?

- Met wie ben je van plan Kerstmis door te brengen?
- Met wie bent u van plan Kerstmis door te brengen?
- Met wie zijn jullie van plan Kerstmis door te brengen?

- Что Том подарил тебе на Рождество?
- Что Том подарил вам на Рождество?

Wat heeft Tom je met Kerst gegeven?

- Рождество бывает лишь раз в году.
- Рождество бывает только раз в году.

Kerstmis komt maar één keer per jaar.

- Что ты купил ей на Рождество?
- Что вы купили ей на Рождество?

- Wat heb je voor haar gekocht voor Kerstmis?
- Wat hebt u voor haar gekocht voor Kerstmis?
- Wat hebben jullie voor haar gekocht voor Kerstmis?

- Она подарила мне книгу на Рождество.
- Она подарила мне на Рождество книгу.

Ze gaf me een boek voor Kerstmis.

- Что ты купил Тому на Рождество?
- Что вы купили Тому на Рождество?

- Wat heb je voor Tom gekocht voor de kerst?
- Wat heb je Tom gekocht voor Kerstmis?
- Wat hebt u Tom gekocht voor Kerstmis?
- Wat hebben jullie Tom gekocht voor Kerstmis?

- Вы ходите в церковь на Рождество?
- Ты ходишь в церковь на Рождество?

- Ga je naar de kerk op kerstdag?
- Gaat u naar de kerk op kerstdag?
- Gaan jullie naar de kerk op kerstdag?

- Что ваши родители хотят на Рождество?
- Что твои родители хотят на Рождество?

- Wat willen je ouders voor Kerstmis?
- Wat willen uw ouders voor Kerstmis?
- Wat willen jullie ouders voor Kerstmis?

- Что ты подаришь Тому на Рождество?
- Что вы подарите Тому на Рождество?

- Wat zal je Tom geven voor Kerstmis?
- Wat zult u Tom geven voor Kerstmis?
- Wat zullen jullie Tom geven voor Kerstmis?
- Wat ga je Tom geven met Kerstmis?

- Что ты даришь Тому на Рождество?
- Что вы дарите Тому на Рождество?

- Wat geef je Tom met Kerstmis?
- Wat geeft u Tom met Kerstmis?
- Wat geven jullie Tom met Kerstmis?

Ты будешь дома на Рождество?

- Ben je thuis voor Kerstmis?
- Bent u thuis voor Kerstmis?
- Zijn jullie thuis voor Kerstmis?

Мне его на Рождество подарили.

Ik heb het voor Kerstmis gekregen.

В этой стране празднуют Рождество?

Wordt in dit land Kerstmis gevierd?

Тому на Рождество подарили хомячка.

Tom heeft een hamster gekregen voor Kerstmis.

Рождество теперь для меня испорчено.

Mijn Kerstmis is nu verpest.

Мы каждый год празднуем Рождество.

We vieren elk jaar Kerstmis.

С кем ты проведешь Рождество?

Met wie ga je Kerstmis doorbrengen?

Том никогда не праздновал Рождество.

Tom heeft nooit Kerstmis gevierd.

Я больше не люблю Рождество.

Ik hou niet meer van Kerstmis.

Наша семья не празднует Рождество.

Onze familie viert geen Kerstmis.

Я хочу на Рождество щенка.

Ik wil een puppy voor Kerstmis.

Скоро Рождество, не так ли?

Kerst komt eraan, nietwaar?

Что подаришь Тому на Рождество?

- Wat ga je Tom geven met Kerstmis?
- Wat gaat u Tom geven met Kerstmis?
- Wat gaan jullie Tom geven met Kerstmis?

Как ты будешь проводить Рождество?

- Hoe ga je Kerstmis doorbrengen?
- Hoe gaat u Kerstmis doorbrengen?
- Hoe gaan jullie Kerstmis doorbrengen?

На Рождество все будут дома.

Iedereen zal met Kerstmis thuis zijn.

Я проведу Рождество с семьёй.

Ik breng Kerstmis door met mijn familie.