Examples of using "Машина" in a sentence and their dutch translations:
De auto rijdt snel.
Is dat jouw auto?
Een computer is een ingewikkelde machine.
Waar is je auto?
Is dat jouw auto?
Is jouw auto zwart?
De auto is klaar.
De auto is geel.
De auto is gedeukt.
De machine is buiten bedrijf.
Mijn auto is rood.
- De auto is in de garage.
- De auto staat in de garage.
- Mijn auto is kapot.
- Mijn auto is stuk.
- Mijn auto is defect.
Is dit niet zijn auto?
Ik vind je auto leuk.
De auto kwam vast te zitten in de modder.
Een computer is een ingewikkelde machine.
De auto is erg snel.
De auto is van Brian.
- Van wie is die auto?
- Wiens auto is dat?
Die auto is van hem.
De blauwe auto is duur.
Deze machine is kapot.
De wasmachine is kapot.
Wij hebben een auto nodig.
Is jouw auto zwart?
Dat is zijn auto.
De oude man werd door een auto overreden.
- Dit is zijn auto.
- Deze auto is van hem.
Deze auto is van mij.
Is dat Tom z’n auto?
De hond werd geraakt door een auto.
Deze auto is snel.
Mijn auto is stuk.
Dit is Toms auto.
Is dit uw auto?
- De auto is in de garage.
- De auto staat in de garage.
Waar is de auto van Tom?
- Deze auto is van mij.
- Deze auto is de mijne.
- De vaatwasser is stuk.
- De vaatwasser is kapot.
Waar is mijn auto?
Dat is zijn auto.
Is dat jouw auto?
Toms auto vloog in brand.
Tom! De auto staat in brand!
Waar komt deze auto vandaan?
De machine is buiten bedrijf.
Tom heeft een nieuwe auto.
Ik heb een rode auto.
Is dit niet zijn auto?
- Heb je een auto?
- Hebben jullie een auto?
Wat is jouw lievelingsauto?
"Waar is je auto?" - "Voor de garage."
Ik heb een politieauto nodig.
- Zijn nieuwe auto is wonderbaarlijk.
- Zijn nieuwe auto is prachtig.
Het is een huurauto.
Die auto is erg duur.
De machine is buiten bedrijf.
De wasmachine is een geweldige uitvinding.
Is die machine nog bruikbaar?
Ik heb een oude auto.
Tom heeft een auto.
Deze auto is heel duur.
Ik heb een nieuwe auto nodig.
Mijn auto is ouder dan ik.
Ik heb een Duitse auto.
We hebben een auto.
Ik heb een oude auto.
Waar is mijn tijdmachine?
Ik vind je auto leuk.
Ik heb een Japanse auto.
Welke auto is van je vader?
De auto is oud, maar wel goed.
Ik heb een gele auto.
De wasmachine is een wonderlijke uitvinding.