Translation of "Выжил" in Dutch

0.263 sec.

Examples of using "Выжил" in a sentence and their dutch translations:

Я выжил.

Ik heb het overleefd.

Он выжил.

Hij overleefde.

Том выжил.

Tom heeft het overleefd.

Кто выжил?

Wie heeft het overleefd?

Он чудом выжил.

Op miraculeuze wijze heeft hij overleefd.

Поэт Тормод выжил - не его вина, он просто выжил.

Thormod de dichter overleeft - niet zijn schuld, hij overleeft het gewoon.

и выжил вопреки всему,

en het wonder boven wonder nog kan navertellen ook,

Он выжил в авиакатастрофе.

Hij heeft een vliegtuigongeval overleefd.

Я единственный, кто выжил.

Ik ben de enige die het overleefd heeft.

- Я единственный, кто выжил в аварии.
- Я единственная, кто выжил в аварии.

Ik ben de enige die het ongeluk overleefd heeft.

Не его вина, он просто выжил.

Het is niet zijn schuld, hij overleeft het gewoon.

Практически никто из норвежцев не выжил.

Vrijwel geen van de Noren heeft het overleefd.

- Ты выжил.
- Ты выжила.
- Вы выжили.

Je hebt het overleefd.

К счастью, он выжил в аварии.

Gelukkig heeft hij het ongeval overleefd.

Вы думаете, я из ума выжил?

Denken jullie dat ik gek ben?

- Других выживших не было.
- Больше никто не выжил.

Er waren geen andere overlevenden.

- Ты совсем из ума выжил?
- Вы совсем из ума выжили?

Ben je nou helemaal bedonderd?

Выжил только один человек - Фоггр, самый слабый человек при дворе Хрольфа.

Slechts één man heeft het overleefd: Vöggr, de zwakste man aan het hof van Hrolf.

Она заплакала от радости, когда услышала, что ее сын выжил в авиакатастрофе.

Ze huilde van blijdschap toen ze hoorde dat haar zoon de vliegtuigcrash had overleefd.