Translation of "Враги" in Dutch

0.019 sec.

Examples of using "Враги" in a sentence and their dutch translations:

Они враги.

Zij zijn vijanden.

Мы враги.

Wij zijn vijanden.

У Америки есть враги.

Amerika heeft vijanden.

Вы с Томом враги?

Zijn jij en Tom vijanden?

Враги стояли лицом к лицу.

- De vijanden stonden oog in oog.
- De vijanden stonden recht tegenover elkaar.

Сегодняшние друзья — это завтрашние враги.

Een vriend vandaag is morgen een vijand.

Они не враги, а друзья.

Zij zijn geen vijanden, maar vrienden.

Но их враги, включая англосаксов и франков, сами принадлежали к культуре

Maar hun vijanden, waaronder Angelsaksen en Franken, behoorden zelf tot trotse krijgersculturen