Examples of using "Trouxe" in a sentence and their dutch translations:
- Heb je het meegebracht?
- Hebben jullie het meegebracht?
- Heeft u het meegebracht?
Tom heeft dit gebracht.
Ik heb wijn meegenomen.
Ik heb bloemen meegenomen.
Ik heb iets voor je meegebracht.
Ik heb een bloemetje voor je meegebracht.
- Wat heeft Tom meegebracht?
- Wat heeft Tom meegenomen?
- Ik bracht een boek.
- Ik heb een boek meegebracht.
Ik heb een pizza meegenomen.
"Wie heeft je gebracht?" "Mijn zus."
Mijn tante heeft mij bloemen gebracht.
Tom heeft een taart meegebracht.
Zijn gedrag heeft ons schade berokkend.
De revolutie heeft veel veranderingen meegebracht.
Ik heb jou koffie gebracht.
Tom bracht een cadeau voor Mary.
Hé! Kijk wat ze meegebracht heeft!
- Heb je een haardroger meegenomen?
- Heb je een föhn meegenomen?
Aan wie heb je de bloemen gebracht?
Ze trakteerde me op een kop thee.
Wat heeft Tom meegebracht?
Ik heb er voor de zekerheid eentje meegenomen.
Ze bracht me een brief om te vertalen.
...zorgt de nacht voor een tragedie.
Ze bracht appels, sinaasappels, enzovoort.
- Wat heb je meegebracht?
- Wat bracht je mee?
- Wat heeft u meegebracht?
- Wat hebben jullie meegebracht?
Tom bracht Maria een beetje water.
...water gedronken, niet veel eten, maar dat heb ik.
Ze bracht me een kopje thee zonder suiker.
De schoonheid van de muziek bracht tranen in haar ogen.
- Toms kat bracht hem een dode vogel als cadeau.
- Tom zijn kat bracht hem een dode vogel als cadeau.