Examples of using "Salada" in a sentence and their dutch translations:
- Wil je salade?
- Wil je wat salade?
- Ik hou niet van sla.
- Ik hou niet van salade.
Het smaakt als sla met prikkels.
- Wolven eten geen sla.
- Wolven eten geen slaatjes.
Ik hou niet van sla.
Ik heb 's middags een slaatje gegeten.
Hij houdt van aardappelsalade.
Ik hou van aardappelsalade.
Deze salade smaakt naar citroen.
Russische salade wordt gemaakt met aardappelen, olijven, tonijn en andere groenten.