Examples of using "Batatas" in a sentence and their dutch translations:
Snij de aardappels.
Ik wil wat aardappelen.
Tom schilde de aardappelen.
Heb je een paar aardappelen gekocht?
Snij de aardappels.
- Heb je aardappelen opgegraven?
- Heeft u aardappelen opgegraven?
- Hebben jullie aardappelen opgegraven?
Aardappelen zijn kakkerlakken.
De aardappelen bleven warm.
- Wat patat, alsjeblieft.
- Wat friet, alsjeblieft.
- Wat frietjes, alsjeblieft.
Tom sneed de aardappelen.
Tom waste de aardappelen.
Ik schilde de aardappelen.
- Ik hou van patat.
- Ik hou van friet.
- Ik hou van frietjes.
Waar zijn de aardappelen?
Ik weet niks over aardappels.
Koop vier grote aardappelen voor me.
We aten aardappelsoep.
Is het mogelijk om hier aardappelen te kopen?
- We bestelden friet en frisdrank.
- We bestelden frietjes en frisdrank.
- We bestelden patat en frisdrank.
Aardappelen zijn zeer goedkoop.
Friet zonder azijn, alsjeblieft.
Schil de aardappelen en de wortelen.
Ik weet niks over aardappels.
Hij houdt van aardappelsalade.
Ik hou van aardappelsalade.
- Tom houdt van pizza en patat.
- Tom houdt van pizza en friet.
- Tom houdt van pizza en frietjes.
Schil de aardappelen en de wortelen.
- Eet mijn frietjes niet.
- Eet mijn friet niet.
- Tom bood Maria en Jan wat friet aan.
- Tomo gaf Manjo en Johano een paar frietjes.
Ik heb erge honger, maar ik heb alleen friet nodig.
Russische salade wordt gemaakt met aardappelen, olijven, tonijn en andere groenten.