Examples of using "Roubado" in a sentence and their dutch translations:
Wat is er gestolen?
Mijn horloge werd gestolen.
Gister werd mijn horloge gestolen.
Je had dat niet moeten stelen.
Ik kan niet ophouden aan het gestolen geld te denken.
Ik beschuldigde haar van het stelen van de fiets.
Tom had Maria's geld niet mogen stelen.
Gister werd mijn horloge gestolen.
En alles ligt voor het grijpen.
De dief zei aan de politie dat hij niets gestolen had.