Examples of using "Pratos" in a sentence and their dutch translations:
- Hoeveel borden wil je?
- Hoeveel borden willen jullie?
Ik doe de afwas.
- Ik doe de vaat wel.
- Ik doe de afwas wel.
Tom brak drie borden.
Er staan twee borden op tafel.
- Tom doet de afwas.
- Tom doet de vaat.
Ruim a.u.b. dat vaatwerk daar op.
Tom is een afwasser.
Tom at twee borden spaghetti.
Nee, Chinees is het beste.
Tom hielp Maria met de afwas.
Kom en help het bestek af te wassen.
Ik zal uw kookkunst missen.
Hij helpt me nooit met de afwas. Hij is erg lui.
Het meisje vond afwassen niet leuk, maar ze maakte er het beste van.
- Kun je me helpen met de afwas?
- Kun je me helpen de afwas te doen?