Examples of using "Pequeno" in a sentence and their dutch translations:
Groot of klein?
Dat boek is klein.
Er is een klein probleem.
Het is te klein.
Het was heel klein.
Hoe klein is het?
Het is erg klein.
Tom is klein.
Ik ben klein.
Mijn tuin is klein.
Mijn boot is klein.
Mijn appartement is klein.
Dit is een klein boek.
De wereld is klein.
Ik ben te klein.
Welk dier is klein?
De vork is klein.
Het boek is klein.
Dat boek is klein.
Ik was te klein.
- Dat boek is klein.
- Dit boek is klein.
Dat boek is klein.
Het is een beetje klein.
Het is erg klein.
...maar dit knaagdiertje niet.
Het is een kleine schorpioen.
Ik woon in een klein appartement.
Mijn kamer is erg klein.
Wat is de wereld toch klein!
Het jongetje is aan het huilen.
Mijn broer is klein maar sterk.
Mijn broer woont in een klein dorpje.
- De grote vissen eten de kleine.
- De grote vissen eten de kleintjes.
Het is erg klein.
Mijn broer is klein maar sterk.
De egel is een klein dier.
Mijn broer woont in een klein dorpje.
Mijn jongere broertje is televisie aan het kijken.
Ik heb nog niet ontbeten.
Nederland is een klein land.
Het Perzikboompje komt uit Duitsland.
Het appartement van Thomas was klein.
Ik ben klein.
Waarom is dat zo klein?
Mijn zoon is klein voor zijn leeftijd.
Onder die tafel zit een kleine bruine hond.
Eerst moeten we... ...hier een klein gat graven.
Een kleine schorpioen. We bereiden dit voor.
En dan richt je je op dat kleine gebied.
Ik heb het boek "De kleine prins" gelezen.
Deze kamer is te klein voor ons.
Ik heb een kleine blog over de Nederlandse taal.
Dit is een klein boek.
Je wilt dat ik abseil... ...van deze kleine thermos?
Zijn kleine lichaam genereert amper warmte.
Je ziet zelden zo'n klein dier.
Het is een beetje koud.
Bill nam zijn kleine broer mee naar de dierentuin.
Ik ben klein.
"Wilt ge dat echt?" vroeg het wit konijntje.
Toen ik klein was trapte ik per ongeluk op een worm.
Onder die tafel zit een kleine bruine hond.
Zij heeft een kleine moedervlek onder haar mond.
Dit mannetje moet zijn stem vinden.
Ik verblijf in een klein pensionnetje.
Hij heeft twee potloden; het ene is lang en het andere kort.
"Wat is er?" vroeg het kleine witte konijn.
Hij woont in een klein alpendorp in Oostenrijk.
Toen ik klein was, kon ik overal slapen.
Zo'n klein hondje kan je op je hand dragen.
- "Wat is je wens?" vroeg het witte konijntje.
- "Wat is uw wens?" vroeg het kleine witte konijntje.
Hij is te klein om het boek van de schap te nemen.