Examples of using "Carteira" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb mijn portemonnee verloren.
- Ik heb mijn portemonnee verloren.
- Ik heb mijn portefeuille verloren.
Ik heb mijn portefeuille verloren.
Ik heb mijn portemonnee verloren.
Uw rijbewijs is verlopen.
Die man heeft mijn portemonnee gestolen.
Mijn paspoort en portemonnee zijn weg.
Tom heeft een rijbewijs.
Tom liet zijn portemonnee thuis.
Ik heb mijn portemonnee verloren op weg naar school.
De schrijftafel zit onder het stof.
Wat heb je met mijn handtas gedaan?
Ze heeft geen rijbewijs.
Deze portemonnee is gemaakt van papier.
Ik heb geen geld meer in m'n portemonnee.
Dit is mijn identiteitsbewijs.
Iemand heeft Toms portemonnee gestolen.
Het woordenboek op het bureau is van mij.
Ik heb mijn identiteitskaart vergeten mee te brengen.
Wat ligt er op het bureau?
Ze wou een rijbewijs halen.
Heeft u hier ergens in de buurt een bruine portemonnee gezien?
Iemand heeft mijn rijbewijs gestolen.
Ik heb geen geld meer in m'n portemonnee.
Toms portemonnee is bijna leeg.
Geef me uw portemonnee en uw horloge.
Mijn portemonnee werd gestolen terwijl ik sliep.
- Laat me je rijbewijs zien, alsjeblieft.
- Laat me alstublieft je rijbewijs zien.
Pas hier op voor zakkenrollers.
Op het bureau ligt een boek over dansen.
Ik heb mijn portemonnee verloren op weg naar school.
Mijn rijbewijs vervalt volgende week.
Dit is mijn bureau.
Er ligt een appel op tafel.
Toen ik thuiskwam, merkte ik dat ik mijn portemonnee verloren had.
Ik leerde autorijden en haalde een rijbewijs toen ik achttien was.
Tom pakte zijn portemonnee en bood aan het diner te betalen, maar Maria zei dat zij zou betalen.