Translation of "Zdał" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Zdał" in a sentence and their dutch translations:

Zdał egzamin?

- Is hij geslaagd voor het examen?
- Is hij geslaagd voor de proef?

Tom zdał śpiewająco.

Tom slaagde met vlag en wimpel.

Tanaka chyba zdał ten egzamin.

Het schijnt dat Tanaka in haar examen is geslaagd.

Zdał się na ślepy los.

Hij liet alles aan het toeval over.

Tom nie zdał egzaminu na prawo jazdy.

Tom is gezakt voor zijn rijexamen.

On nie zdał swoich egzaminów, ponieważ nie wystarczająco się uczył.

Hij is gebuisd in zijn examens, omdat hij niet genoeg geleerd had.