Examples of using "Zdał" in a sentence and their dutch translations:
- Is hij geslaagd voor het examen?
- Is hij geslaagd voor de proef?
Tom slaagde met vlag en wimpel.
Het schijnt dat Tanaka in haar examen is geslaagd.
Hij liet alles aan het toeval over.
Tom is gezakt voor zijn rijexamen.
Hij is gebuisd in zijn examens, omdat hij niet genoeg geleerd had.