Examples of using "Zajęta" in a sentence and their dutch translations:
De paskamer is bezet.
Ze heeft het heel druk.
- Ik heb het vandaag erg druk.
- Ik ben vandaag heel druk bezig.
Ze is zeker druk bezig.
- Ik was druk bezig.
- Ik had het erg druk.
Ik heb het deze week erg druk gehad.
Ze is net zo bezig als Tom.
Ik belde haar, maar ze zat in een gesprek.
Ze was druk bezig met haar huiswerk.
Zijt ge bezet morgennamiddag?
- Zijt ge bezet morgennamiddag?
- Heb je morgen middag iets te doen?
Ik wist niet dat je druk was.