Examples of using "Wegetarianinem" in a sentence and their dutch translations:
Ben jij vegetariër?
- Ik ben vegetariër.
- Ik eet geen vlees.
- Ik eet liever geen vlees, ik ben vegetariër.
We weten dat je vegetariër bent.
Ik ben een vegetariër die veel vlees eet.
- Ben jij vegetariër?
- Bent u vegetariër?
Ik eet liever geen vlees want ik ben vegetariër.
Hoewel mijn vriend vegetariër was, heb ik hem niet gezegd dat er een beetje vlees in de soep zat.