Translation of "Rano" in Dutch

- Zobaczymy się rano.
- Do zobaczenia rano.
- Widzimy się rano.

Tot morgenochtend!

Przyszedł wcześnie rano.

Hij kwam 's ochtends vroeg.

Przyjdź jutro rano.

- Kom morgenochtend.
- Kom morgenvroeg.

Co robiłeś rano?

Wat heb je vanochtend gedaan?

Była tam rano.

Ze was er deze morgen bij.

- Spaceruje codziennie rano do parku.
- Co rano spaceruje do parku.

Hij wandelt elke morgen in het park.

- Ona co rano bierze prysznic.
- Ona bierze prysznic co rano.

Zij gaat elke ochtend onder de douche.

Myję twarz codziennie rano.

Ik was mijn gezicht iedere ochtend.

Co robiłeś dziś rano?

Wat was je vanochtend aan het doen?

Golę się co rano.

Ik scheer me elke morgen.

On zaspał dziś rano.

- Hij heeft zich overslapen deze morgen.
- Hij heeft zich vanmorgen verslapen.

Będę w domu rano.

Ik zal 's morgens thuis zijn.

Co rano czyta gazetę.

- Iedere morgen leest hij de krant.
- Iedere morgen leest ze de krant.

Jutro rano opuszczamy Japonię.

- We verlaten Japan morgenvoormiddag.
- We verlaten Japan morgen vroeg.

Rano było bardzo chłodno.

's Ochtends was het erg koud.

Tom zmarł dziś rano.

Tom overleed vanmorgen.

Król poszedł rano na polowanie.

De koning is vanmorgen gaan jagen.

Co rano chodzi do parku.

Hij wandelt elke morgen in het park.

Ona bierze prysznic co rano.

Zij gaat elke ochtend onder de douche.

Moje ucho krwawiło dzisiaj rano.

Mijn oor bloedde vanochtend.

Jutro rano wyjeżdżam do Londynu.

Morgenochtend vertrek ik naar Londen.

Dzisiaj rano jest bardzo zimno.

Het is erg koud deze morgen.

Rano piję zawsze filiżankę kawy.

's Morgens drink ik altijd een kop koffie.

Dzisiaj rano było bardzo zimno.

- Deze morgen was het bitter koud.
- Vanmorgen was het heel koud.

Od teraz uczmy się rano.

Laten we voortaan in de ochtend studeren.

Zaczęło padać o 4 rano.

Het begon te regenen om 4 uur 's morgens.

Jutro rano musisz wstać wcześnie.

- Je zal morgenochtend vroeg op moeten.
- Je moet morgenochtend vroeg op.

Listonosz przyniósł dziś rano paczkę.

Vanochtend bracht de postbode een pakket.

Poszedłem na spacer wcześnie rano.

Vroeg in de morgen heb ik een wandeling gedaan.

Zwykle wstaję o 6 rano.

Ik sta gewoonlijk op om 6 uur.

Jak tam samopoczucie dziś rano?

Hoe voel je je vanochtend?

Mój ojciec co rano biega.

Mijn vader gaat elke ochtend joggen.

Moja matka wstaje wcześnie rano.

Mama staat vroeg op.

Bank jest otwarty od dziewiątej rano.

Banken openen om negen uur.

Tom wstaje co rano o szóstej.

Tom staat iedere morgen om zes uur op.

Co rano budzą się o szóstej.

Elke morgen worden ze om 6 uur wakker.

Dotarłem cały i zdrowy dziś rano.

Ik ben vanmorgen veilig aangekomen.

Zawsze piję rano dwie filiżanki kawy.

Ik drink 's morgens altijd twee kopjes koffie.

Ona codziennie rano pije butelkę mleka.

Ze drinkt iedere ochtend een fles melk.

Moja babcia wysłała dziś rano list.

Mijn grootmoeder postte de brief vanmorgen.

Rano piję zawsze dwie filiżanki kawy.

Ik drink 's morgens altijd twee kopjes koffie.

Czy dziś rano ćwiczyłeś na fortepianie?

Heb je vanmorgen geoefend op de piano?

Czy wczoraj rano grałeś w tenisa?

Heb je gisterochtend tennis gespeeld?

Wstaję rano, chwytam telefon, sprawdzam maile,

Ik sta op, pak mijn mobieltje, check mijn mail,

Myślę, że jesteśmy gotowi na jutro rano.

Ik denk dat het al klaar is... ...voor de ochtend.

Kto rano wstaje, temu Pan Bóg daje.

- De morgenstond heeft goud in de mond.
- Morgenstond heeft goud in de mond.

Kiedy wstałem dziś rano, bolała mnie głowa.

Toen ik opstond deze morgen, had ik hoofdpijn.

Uznałem, że muszę wstawać wcześnie co rano.

Ik vond het nodig om iedere dag vroeg op te staan.

Tom miał dzisiaj rano telefon od Marii.

Tom werd door Maria vanmorgen vroeg opgebeld.

Dobrze się wyśpijmy i kontynuujmy nasze poszukiwania rano.

Laten we gaan slapen en morgen verder zoeken.

- Tom wstaje wczesnym rankiem.
- Tom wstaje wcześnie rano.

Tom staat 's ochtends vroeg op.

Urodził się o siódmej rano 5 czerwca 1970 roku.

Hij werd geboren om zeven uur in de ochtend van vijf juni 1970.

Na przykład, nie kośmy trawnika o 7 rano w sobotę.

Maai bijvoorbeeld niet je gazon om 7 uur op zaterdagochtend.

- Co pan robił rano? - Pracowałem. Kosiłem trawnik traktorkiem. Trochę się denerwowałem.

Wat hebt u vanochtend gedaan? -Gewerkt. Ik heb het gras gemaaid. Ik ben best nerveus.

Nie możesz się doczekać wstania rano, bo jest tyle do zrobienia,

Je kunt niet wachten om op te staan, want er is zo veel te doen...

Żeby zdążyć na pierwszy pociąg, wstałem dziś rano wcześniej niż zazwyczaj.

Ik stond eerder dan normaal op om de eerste trein te halen.

- Powietrze dziś rano chłodne. Idzie zima.
- Powietrze jest chłodne dzisiejszego ranka. Nadchodzi zima.

De lucht voelt koud aan deze morgen. De winter staat voor de deur.