Examples of using "Vecchia" in a sentence and their dutch translations:
- Ze is oud.
- Zij is oud.
Ik ben al oud.
- Ze is oud.
- Zij is oud.
Oude rakker!
Waarom wil je zo'n oude auto?
Ik heb een oude lamp gekocht.
Hij is een slimme oude hond.
Ik ben oud.
- Ze is oud.
- Zij is oud.
Deze oude auto gaat constant kapot.
Zij is ouder dan Tom.
Ik woon in een oud huis.
Mijn huis is oud en lelijk.
Het lijkt wel een oude mijnketting.
Mijn bureau is oud.
Hoe oud is die kerk?
Mijn tafel is oud.
Ik ben al oud.
Lijkt op een van de oude mijngangen.
- Het oude echtpaar had geen kinderen.
- Het bejaarde echtpaar had geen kinderen.
Ik voel mij oud.
Zij is te oud voor hem.
Mijn vader rijdt met een heel oude auto.
Hallo, oude vriend!
Waarom wil je zo'n oude auto?
Haar moeder is niet zo oud als ze er uitziet.
Ons voormalige huis was in Zweden.
De oude dame leeft nu alleen.
Het huis waarin ik woon is oud.
Mijn vader rijdt met een heel oude auto.
Mijn huis is oud en lelijk.
Het oude schip was vol vissen.
Die deur is al oud. Zou je er niet een beetje verf opbrengen?
Het lijkt een oude ladder... ...aan de wand.
Deze oude wagen is de jouwe als je hem wilt hebben.
Mijn moeder is oud.
Zij is ouder dan Tom.
...in een buitengewone, wiebelige, oude dame in een jurk.
Rome is een oude stad.
Er was niets in de kamer, behalve een oude stoel.
Voor de invasie van Rusland voerde Lefebvre het bevel over de infanterie van de Oude Garde.
Tom speelde een oud Iers liedje op zijn nieuwe hoorn.
Nara is een heel oude stad.
De ene is nieuw. De andere is oud.
De oude kerk die naast het meer staat, is erg mooi.
Ik ben ouder dan jij.
Ik werd door een oude vriend uitgenodigd.
Ik ben te oud.
Ik ben niet oud.
- Jij bent oud.
- U bent oud.
- Jullie zijn oud.
- Je bent oud.
Mijn vroegere lerares Engels draait zich nu zeker weten om in haar graf.
Mama is ouder dan papa.
Ik ben de oudste van de drie.
Na een jaar hersteld te zijn van uitputting en verdriet, keerde Lefebvre terug om de Oude Garde nog
Mijn grootmoeder is de oudste van deze stad.
Ik was heel blij mijn oude vriend terug te zien.
- U bent oud.
- Jullie zijn oud.
Ik ben te oud voor Tom.
Welke leeftijd heeft de oudste?
Hij was al jong uitgehuwelijkt, toen hij nog een tweedejaars student was, en nu scheen zijn vrouw de helft ouder te zijn dan hij.
Je bent ouder dan ik.