Examples of using "Ritornò" in a sentence and their dutch translations:
Hij is naar Japan teruggekeerd.
Paul kwam terug met de vader.
De ambassadeur keerde terug.
Sami keerde terug.
Hij keerde terug uit Denemarken.
Hij is naar Japan teruggekeerd.
- Layla kwam terug thuis.
- Layle ging terug naar huis.
Ze keerde terug naar Japan.
Hij is naar Japan teruggekeerd.