Translation of "Piscina" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Piscina" in a sentence and their dutch translations:

- Sono caduto nella piscina.
- Sono caduta nella piscina.
- Caddi nella piscina.

Ik ben in het zwembad gevallen.

- Vado in piscina.
- Io vado in piscina.

Ik ga naar het zwembad.

- C'è qualcuno in piscina?
- C'è qualcuno nella piscina?

Is er iemand in het zwembad?

- Sta nuotando nella piscina.
- Lei sta nuotando nella piscina.

- Hij zwemt in het zwembad.
- Hij is in het zwembad aan het zwemmen.

- Non abbiamo una piscina.
- Noi non abbiamo una piscina.

We hebben geen zwembad.

Voglio andare in piscina.

Ik wil in het zwembad gaan.

Questo albergo ha palestra e piscina.

Dit hotel heeft een sportzaal en een zwembad.

Ha deciso di prosciugare la piscina pubblica,

lieten ze het openbare zwembad leeglopen,

Questa piscina è aperta regolarmente al pubblico.

Dit zwembad is geopend voor het publiek.

Ci sono una sauna e una piscina.

Er is een sauna en een zwembad.

Fabio, vieni in piscina con noi sabato pomeriggio?

Fabien, kom je zaterdagnamiddag met ons mee naar het zwembad?

I macachi passano ore in questa piscina termale naturale.

Makaken brengen uren door in deze thermische bron.