Translation of "Partecipare" in Dutch

- Chiunque può partecipare.
- Può partecipare chiunque.

Iedereen mag deelnemen.

- Avresti dovuto partecipare alla riunione.
- Tu avresti dovuto partecipare alla riunione.
- Avreste dovuto partecipare alla riunione.
- Voi avreste dovuto partecipare alla riunione.
- Avrebbe dovuto partecipare alla riunione.
- Lei avrebbe dovuto partecipare alla riunione.

- U had de vergadering moeten bijwonen.
- Je had de vergadering moeten bijwonen.

- Non riesco a partecipare alla riunione.
- Non riesco a partecipare all'appuntamento.

Ik kan de vergadering niet bijwonen.

E hanno detto di voler partecipare.

en die zeiden dat ze ook mee wilden doen.

O partecipare a un incontro politico,

of naar een politieke vergadering,

Non riesco a partecipare alla riunione.

Ik kan de vergadering niet bijwonen.

Non siamo tenuti a partecipare alla riunione.

- Het is voor ons niet nodig aan de vergadering deel te nemen.
- We zijn niet verplicht aan de bijeenkomst deel te nemen.
- We zijn niet verplicht aan de vergadering deel te nemen.
- Het is niet nodig voor ons om naar de vergadering te gaan.
- Wij hoeven niet naar de vergadering te gaan.

E di norma non desideriamo partecipare a quelle trame sociali

en we doen niet zo graag mee in het sociale spel

La cosa più importante nei Giochi Olimpici non è vincere ma partecipare, così come nella vita la cosa più importante non è il trionfo ma la lotta. L’essenziale non è aver conquistato qualcosa, ma aver combattuto bene.

Het belangrijkst bij de Olympische Spelen is niet de overwinning, maar de deelname, zoals ook in het leven niet de overwinning, maar het streven naar een doel het belangrijkst is. Het belangrijkst is niet, om veroverd te hebben, maar om goed gevochten te hebben.