Examples of using "Mamma" in a sentence and their dutch translations:
Mama huilde.
Man.
O, jee.
Mama huilde.
Dankjewel, mama!
Mamma! Schiet op!
Neuk je moeder, slet.
Mam, kijk wat ik heb gevonden.
Kijk.
- Waar is ma?
- Waar is mijn moeder?
- Welterusten, mama.
- Goede nacht, mama.
Ik hou van mijn moeder.
Ma, ik heb trek.
Gelukkige Moederdag!
En je moeder ook.
Mama, er is niets om te eten.
Tom woont nog bij z'n moeder.
Mama is een taart aan het maken.
Ik wil een plant aan mama geven.
Dit is niet goed.
Ik gaf het aan mijn mama.
Mam is op het werk.
- Ook mijn moeder is lerares.
- Mijn moeder is ook lerares.
- Mam, ik wil dit niet aantrekken.
- Mama, ik wil dit niet aan!
Mam, waar is mijn zakdoek?
Mama was bezig met haar naaiwerk.
Mijn moeder helpt mij veel.
Mama is ouder dan papa.
de spiegel van mijn mama ...
mijn moeder in het bijzonder.
Dit ding geeft niet mee. Man.
Morgen is het Moederdag.
Moeder is in de keuken aan het koken.
Morgen is het Moederdag.
Het is vandaag Moederdag.
- Mijn moeder was een wonderbare vrouw.
- Mijn moeder was een geweldige vrouw.
Ik wil een plant aan mama geven.
Moeder sneed de kaas met een mes.
Jullie moeten voor jullie zieke moeder zorgen.
Mama kocht een mooie pop voor mij.
Mijn moeder is toen naar Hamburg verhuisd
Dat is mijn moeder haar chihuahua.
Mijn moeder spreekt niet zo erg goed Engels.
Oscar was mijn moeders hond.
Mijn moeder wil dat ik in Zwitserland ga studeren.
Mama, Tom heeft mijn koekje opgegeten!
Mama kocht een mooie pop voor mij.
Mama is op dit moment niet thuis.
Nu ik alleen woon, mis ik echt de keuken van mijn moeder.
en ik keek er zo naar uit om mijn moeder erover te vertellen.
Op die dag is mijn moeder vertrokken
Een tijdje geleden zag ik samen met mijn moeder een film:
Was Moeder Teresa een goede vrouw?
Als mijn moeder zegt dat ik mijn kleren moet opruimen,
Ik ben een moeder, dus geef ik om de toekomst van mijn kind.
Ik gaf mijn moeder 19 bloemen op Moederdag.
Ik was negen jaar oud toen ik mijn moeder vroeg of de Kerstman echt bestond.