Examples of using "Malate" in a sentence and their dutch translations:
Jullie zijn gestoord.
Ze waren niet ziek.
Ze waren niet ziek.
met name voor zwarte vrouwen met kanker.
U bent erg ziek.
- Je ziet er ziek uit.
- U ziet er ziek uit.
- Jullie zien er ziek uit.
- U bent ziek!
- Je bent ziek!
- Was je ziek?
- Was u ziek?
- Waren jullie ziek?
- Je bent heel ziek.
- U bent erg ziek.
Je bent ziek, niet?
Zeg haar dat je ziek bent.
Je ziet er niet goed uit. Ben je ziek?