Examples of using "Giocano" in a sentence and their dutch translations:
Sommige jongens spelen tennis en anderen spelen voetbal.
Ze spelen vaak samen.
Kinderen spelen met speelgoed.
Kinderen spelen met blokken.
Jongens en meisjes spelen in de tuin.
Ze schaken.
De kinderen spelen iedere dag in het park.
Tom en Ken spelen iedere middag tennis.
Bingo is iets voor oma's.
Ze eten zonnebloempitten onder het kaarten.
Tom en zijn vrienden spelen bijna iedere vrijdagavond poker.
In Amerika spelen de mensen een andere variant van mahjong.