Examples of using "Esperanto" in a sentence and their dutch translations:
Spreek Esperanto!
Spreek Esperanto!
Ik vertaal gratis in het Esperanto.
- Spreek je Esperanto?
- Spreekt u Esperanto?
- Spreken jullie Esperanto?
Spreek Esperanto!
Sorry voor mijn slechte Esperanto.
Bestaan er onregelmatige werkwoorden in het Esperanto?
In het Esperanto schrijven we Çorum "Ĉorum".
Zij heeft een liefdesbrief in het Esperanto voor mij geschreven.
Hij spreekt Esperanto met een licht Frans accent.
Ik heb veel zinnen geschreven in Esperanto.
In deze winkel spreekt men Esperanto.
Vandaag heb ik Esperantocursus.
Ik lees graag het tijdschrift "La Ondo de Esperanto".
In Esperanto eindigen zelfstandige naamwoorden altijd op o.
Tatoeba helpt me mijn Esperanto te verbeteren.
Ik spreek Esperanto en Russisch.
Een Esperantotekst wordt fonetisch geschreven door middel van het alfabet met 28 letters.
Ik spreek Engels, Esperanto, Frans en Japans.
Vandaag 27 november, om vier uur in de namiddag, zijn er 51271 zinnen in het Esperanto op Tatoeba.
In het Esperanto tonen zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden, bijwoorden en werkwoorden hun functie in een zin door hun uitgang.
We vieren 28 november als Tatoebadag, omdat het de dag is waarop Turks, Esperanto en Grieks werden toegevoegd.
In zijn essay "Esperanto: een Europese of een Aziatische taal" toonde Claude Piron de gelijkenis aan tussen het Esperanto en het Chinees, en ontkrachtte zo het denkbeeld dat het Esperanto enkel een op Europa gerichte taal zou zijn.