Examples of using "Edificio" in a sentence and their dutch translations:
Wonen jullie in dit gebouw?
Wat is dit grote nieuwe gebouw?
In dit gebouw woont niemand.
Hoeveel verdiepingen heeft dit gebouw?
Zie je het grote witte gebouw daar?
Wat is dat gebouw?
Tom is gestorven toen hij probeerde een kind uit een brandend gebouw te redden.