Examples of using "Avrei" in a sentence and their dutch translations:
Ik zou hebben gewacht.
Ik had hen moeten waarschuwen.
Ik had je op het vliegveld kunnen treffen.
Ik had mezelf moeten voorstellen.
Ik had het kunnen weten.
Ik had dat niet moeten doen.
Ik moest iets doen.
Ik had niet moeten liegen.
Ik zou ja hebben gezegd.
Ik moest blijven.
Ik had kunnen helpen.
Ik had nooit gedacht dat ik op een dag het woord "viagra" zou opzoeken op Wikipedia.
Ik had meer moeten studeren.
- Misschien had ik dat niet moeten doen.
- Dat had ik misschien niet moeten doen.
Ik had nooit iets moeten zeggen.
Kan ik ze ooit uit elkaar houden?
Ik had het kunnen weten,
- Ik had me niet moeten afmelden.
- Ik had niet moeten uitloggen.
Dat zou ik gezegd hebben.
toch had ik nooit gedacht
Ik zou jou nooit hebben leren kennen.
Ik had de gebruiksaanwijzing moeten lezen.
Ik had beter moeten oppassen.
Ik zou het anders aanbrengen.
die ik graag wilde voelen.
Ik had het beter kunnen doen dan hij.
- Ik wou dat ge mij dat gezegd hadt.
- Ik wou dat je mij dat had verteld.
Ik had moeten zeggen dat ik met iets bezig was.
Zonder jouw hulp was het me niet gelukt.
- Ik had dat niet mogen doen. Het was verkeerd.
- Ik had dat niet moeten doen. Het was fout.
- Ik had dat niet moeten doen. Het was verkeerd.
Ik had het woord "wachtwoord" niet als mijn wachtwoord moeten gebruiken.
- Heb je gezegd dat ik nooit zou kunnen winnen?
- Hebt gij gezegd dat ik nooit kon winnen?
- Hebt u gezegd dat ik nooit kon winnen?
Ik had moet weten dat Tom hierachter zat.
Ik deed alles wat ik geacht werd te doen.
Ik heb Tom beloofd dat ik dat zal doen.
En o, ik wou dat je mijn echte ik kende
Ik heb gezworen nooit meer tegen haar te praten.
Ik wist niet hoe ik op haar vraag moest antwoorden.
Ik zou wel wat energie kunnen gebruiken.
En dat is wat ik bedoelde toen ik zei dat ik stopte met comedy.
Je had niet in dat vliegtuig willen zitten toen het naar beneden kwam.
Ik had kunnen weten dat zodra ik verliefd werd op de realiteit,
Ik had de bloemen geen water hoeven geven. Ik was er maar net klaar mee, of het begon te regenen.
Ik zou niet alleen het leerboek moeten gebruiken, maar ook het woordenboek.