Examples of using "Arrivando" in a sentence and their dutch translations:
De winter is in aantocht.
- Het komt voor.
- Het gebeurt wel.
De trein komt eraan!
De trein komt eraan!
Pizza is onderweg.
Daar komt de helikopter.
Er komt iets aan.
De winter is in aantocht.
Iemand kwam eraan!
- Kerstmis nadert.
- Kerstmis komt eraan.
Ze komen aan.
De herfst is eindelijk daar!
De lente komt.
Er is een storm op komst.
Hulp komt eraan.
De mannen komen.
Het einde van de wereld komt eraan.
De zomer kwam tot einde.
Daar komt de helikopter. Ontsteek de granaat.
Het getij komt nu erg snel.
- Ik kom eraan.
- Ik ben onderweg.
De kerstman komt naar de stad.
die in slechts tien jaar tijd de senior onderofficier van zijn regiment werd.
De koning en koningin komen eraan.