Examples of using "Vidám" in a sentence and their dutch translations:
Tom is vrolijk.
Wees vrolijk.
Vrolijk Halloween!
Was het leuk?
Je bent grappig.
Het leven kan leuk zijn.
Wees vrolijk! Plaats een uitroepteken op het einde van al je zinnen!
Ik heb vele gelukkige uren gebiologeerd naar bewegende luiaards gekeken.