Translation of "Keresem" in Dutch

- Keresem a mellékhelyiséget.
- Az illemhelyet keresem.

Ik zoek de wc.

A fényképezőmet keresem.

- Ik ben mijn camera aan het zoeken.
- Ik zoek mijn camera.

A testvéremet keresem.

Ik ben op zoek naar mijn broer.

A kulcsomat keresem.

Ik ben mijn sleutel aan het zoeken.

Keresem a barátaimat.

Ik zoek mijn vrienden.

Az órámat keresem.

Ik ben op zoek naar mijn horloge.

A haverjaimat keresem.

Ik zoek mijn vrienden.

A kutyámat keresem.

Ik zoek mijn hond.

Bocsánat! A pékséget keresem.

Excuseer. Waar is de bakkerij?

Andy-t keresem. Tudod, hol van?

Ik ben op zoek naar Andy. Weet jij waar hij is?

A gyermek, akinek a játékszerét keresem, az enyém.

Het kind, wiens speelgoed ik zoek, is mijn zoon.