Examples of using "Kekszet" in a sentence and their dutch translations:
- Ik bakte boterkoekjes.
- Ik heb boterkoekjes gebakken.
we deden enthousiast en gaven haar een koekje als ze het deed.
"Mama, mag ik een koekje eten?" "Nee, dat mag je niet. Je hoort niet tussen de maaltijden te eten."