Examples of using "Hasonlítanak" in a sentence and their dutch translations:
Ze zien er hetzelfde uit, afgezien van de haarkleur.
Ken en zijn broer lijken erg op elkaar.
Ze lijken op elkaar als twee druppels water.
Bill en zijn jongere broer lijken helemaal niet op elkaar.
Gelukkige gezinnen lijken alle op elkaar, ieder ongelukkig gezin is ongelukkig op zijn eigen wijze.
Jonge tijgers lijken op katten.
Maar het vreemde is dat als je dichter bij ze komt... ...je beseft dat we op veel manieren op elkaar lijken.