Examples of using "Hívott" in a sentence and their dutch translations:
Tom belde.
Iemand heeft gebeld.
Heb je een takelwagen gebeld?
Ze heeft net gebeld.
Tom heeft me gebeld.
Niemand heeft gebeld.
Hij noemde me Ichiro.
- Heeft Lucy al gebeld?
- Heeft Lucy al getelefoneerd?
- Er werd gebeld.
- Iemand heeft gebeld.
Ze heeft net gebeld.
Ze draaide het verkeerde nummer.
Ik werd door een oude vriend uitgenodigd.
Heeft Tom gebeld?
Ik denk dat je het verkeerde nummer hebt.
De vrouw die gisteren belde is al gekomen.
De mevrouw draaide een verkeerd nummer.