Examples of using "Banánt" in a sentence and their dutch translations:
Ik eet een banaan.
Ik wil bananen kopen.
Ik eet bananen.
Wil je een banaan?
Ik heb alleen maar bananen gegeten.
Hij at bananen en appels.
Tom at alleen maar bananen.
Apen zijn gek op bananen.
Millie eet een banaan.
Ik houd meer van bananen dan van appelen.
Hoe ontzettend veel bananen consumeren wij dagelijks in de Verenigde Staten?