Examples of using "állunk" in a sentence and their dutch translations:
- We verliezen.
- We zijn aan het verliezen.
We zijn aan het winnen.
Zijn we bereid?
We staan aan dezelfde kant.
We zijn waarschijnlijk klaar.
We zijn klaar om te vechten.
Want zoals het nu is, denk ik van niet.
We worden beïnvloed door onze omgeving.
We zijn in oorlog.
Dat meer naast ons bestaat uit puur accuzuur.
- De winter is in aantocht.
- De winter staat voor de deur.
- Het wordt winter.
- De winter komt.
- De winter komt eraan.
Lees en luister naar mensen waar je het flagrant niet mee eens bent.