Examples of using "Írok" in a sentence and their dutch translations:
Ik schrijf een brief.
- Ik schrijf een brief.
- Ik ben een brief aan het schrijven.
Ik schrijf een boek.
- Ik schrijf een brief.
- Ik ben een brief aan het schrijven.
Ik schrijf aan niemand.
Ik schrijf gedichten.
Ik schrijf een brief.
Ik schrijf gedichten.
Ik schrijf u overmorgen.
Ik voeg zinnen toe.
- Ik schrijf een brief.
- Ik ben een brief aan het schrijven.
- Ik schrijf regelmatig artikels.
- Ik schrijf geregeld artikels.
Ik schrijf om diezelfde redenen.
Ik schrijf een liedje in het Frans.
- Ik zal morgen een brief schrijven.
- Ik ga morgen een brief schrijven.
- Ik geef u een doktersrecept.
- Ik zal u een recept geven.
Ik kan nog steeds niet goed Chinees schrijven.
Ik schrijf dagelijks in mijn dagboek.
Ik schrijf bijna elke dag brieven.
Ik schrijf bijna elke dag brieven.