Translation of "Zellen" in Dutch

Neuronen sind Zellen.

Neuronen zijn cellen.

Aber einige der Zellen überleben.

Maar een paar cellen overleven.

Prokaryotische Zellen haben keinen Zellkern.

Prokaryote cellen hebben geen celkernen.

Bakterien sind nur winzige Zellen, harmlos.

Bacteriën zijn maar kleine, onschadelijke cellen.

Dass sie von einfachen Zellen besiedelt werden.

dat leven er blijft steken op het niveau van enkelvoudige cellen.

Nierenversagen eine Nekrose, bei der die Zellen absterben.

...nierfalen en vleesetende necrose.

Als ob meine Zellen mit irgendeiner Elektrizität verbunden wären

Alsof al mijn cellen verbonden waren met een soort electriciteit

Bildet das Immunsystem eine Umgebung mit Zellen und Proteinen,

maakt het immuunsysteem een klein gebied met cellen en proteïnen

Reflektierende Zellen in ihren Augen verstärken das wenige Licht.

Spiegelachtige cellen in haar ogen versterken het weinige aanwezige licht.

Einfach ausgedrückt, ein Mensch ist eine Ansammlung von Zellen.

Om het eenvoudig te zeggen: een mens is samengesteld uit vele cellen.

Fotosynthetische Zellen, kleiner als es irgendwer für möglich gehalten hätte.

fotosynthetische cellen, kleiner dan iedereen voor mogelijk hield.

Leuchtkalmare erzeugen ihr eigenes Licht mit speziellen Zellen, den sogenannten Photophoren.

De watasenia scintillans maakt eigen licht middels speciale cellen, de fotoforen.

Mit einem horizontalen Band lichtempfindlicher Zellen suchen sie den Horizont ab.

Ze bezitten een strook met lichtgevoelige cellen... ...om de horizon mee af te speuren.