1. Home
  2. Translation in context
  3. German-Dutch
  4. Züge

Translation of "Züge" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Züge" in a sentence and their dutch translations:

Er liebt Züge.

Hij houdt van treinen.

Ich mag Züge.

Ik vind treinen leuk.

Sie liebt Züge.

Zij houdt van treinen.

Die Züge fahren nachts seltener.

De treinen rijden 's nachts minder vaak.

Nachts fahren nicht so viele Züge.

Er zijn niet zo veel treinen 's nachts.

Wegen des Schnees fuhren die Züge nicht.

De treinen reden niet wegens de sneeuw.

Die Züge kommen häufiger als die Busse.

Treinen komen vaker dan bussen.

Die Züge in Serbien sind schrecklich langsam.

De treinen in Servië zijn verschrikkelijk langzaam.

In Serbien sind die Züge sehr langsam.

In Servië zijn de treinen erg traag.

Der Nozomi ist der schnellste aller Züge in Japan.

De Nozomi is het snelst van alle treinen in Japan.