Examples of using "Unterbrechen" in a sentence and their dutch translations:
Mag ik je storen?
Mag ik u onderbreken?
- Ik wil ze niet storen.
- Ik wil hen niet onderbreken.
Ze zou mij verder blijven onderbreken.
Mag ik u onderbreken?
Kan je me één keer laten uitspreken of blijf je me onderbreken?
Onderbreek ons gesprek niet.