Examples of using "Umsteigen" in a sentence and their dutch translations:
Moet ik overstappen?
Ik moet twee keer overstappen.
Waar moeten we overstappen?
Op het volgende station moet u overstappen.
- Op het volgende station moet u overstappen.
- U moet op het volgende station overstappen.
- Kan ik van Venetië naar Milaan rijden zonder over te stappen?
- Kan ik van Venetië naar Milaan rijden zonder overstap?