Examples of using "Sechs" in a sentence and their dutch translations:
Wacht tot zes uur.
Wacht tot zes uur.
Het is zes graden onder nul.
Zes maal drie is gelijk aan achttien.
Ik ben om zes uur opgestaan.
Om zes uur ben ik terug.
We hebben zes eieren.
Wacht zes uur.
Het is zes uur.
Om zes uur ben ik terug.
Ik ben rond zes uur opgestaan.
Het telefoongesprek duurde zes uur.
Zes in kwadraat staat gelijk aan zesendertig.
Ik ben rond zes uur wakker geworden.
Laten we tot zes uur wachten.
Om zes uur ben ik terug.
Dit huis heeft zes kamers.
- Ik ben rond zes uur opgestaan.
- Ik ben tegen zessen opgestaan.
Het is al zes uur.
- Het is bijna zes uur.
- Het loopt tegen zessen.
Laten we tot zes uur wachten.
Mijn vliegtuig vertrekt om zes uur.
Ik sta op om zes uur.
Dit huis heeft zes kamers.
Een zeshoek heeft zes zijden.
Je moet om zes uur opstaan.
- Het is twintig over zes.
- Het is tien voor half zeven.
- Stond je om zes uur op?
- Stond je op om zes uur?
Zes in kwadraat staat gelijk aan zesendertig.
- Zes keer drie is achttien.
- Zes maal drie is achttien.
- Zes maal drie is gelijk aan achttien.
Het telefoongesprek duurde zes uur.
Ik sta gewoonlijk op om 6 uur.
Mijn grootvader ontbijt gewoonlijk om zes uur.
De meeste gitaren hebben zes snaren.
Hoeveel is vier maal zes?
Hij is bijna zes voet groot.
Ik ben tegen zessen opgestaan.
Om zes uur ben ik terug.
Hij werd zes jaar later herkozen.
Ik kwam zo rond zes uur.
Ik probeer op te staan om zes uur.
Het is zes graden onder nul.
Kun je 6 aftrekken van 10?
Ik heb alle zes de vensters gesloten.
Ik heb alle zes de vensters gesloten.
Hij kwam om zes uur terug.
Bob zal om zes uur terugkomen.
Het is nu kwart over zes.
De film begint om zes uur.
Het telefoongesprek duurde zes uur.
Er zitten zes appels in de doos.
Ik ben om zes uur opgestaan.
Ja, ik heb het zes keer gevraagd.
Roep me om zes uur morgenochtend.
Ze is zes jaar ouder dan ik.