Translation of "Nähte" in Dutch

0.024 sec.

Examples of using "Nähte" in a sentence and their dutch translations:

Tom nähte.

- Tom was aan het hechten.
- Tom naaide.

Er nähte.

Hij naaide.

- Tom war am Nähen.
- Tom nähte.

Tom was aan het hechten.

Sie nähte sich einen Knopf an den Mantel.

- Ze naaide een knoop op haar jas vast.
- Ze heeft een knoop op haar jas vastgenaaid.